terug

16. De katholieken vereren Maria en andere heiligen. Doen zij daarmee niet tekort aan de eer, die aan God en aan Hem alleen moet worden gebracht? Mogen wij zelfs wel spreken van heiligen; God immers is alleen heilig?

Aan Gods eer zouden wij door de heiligenverering tekort doen, als wij Maria en de andere heiligen zouden aanbidden, m.a.w.: als wij hun de heel bijzondere eer zouden bewijzen, die aan God en aan Hem alleen toekomt. Maar wat vele protestanten ook mogen beweren, dat doen de katholieken nu eenmaal niet! Zij maken wel degelijk onderscheid tussen de hulde, die aan God, en de verering, die aan heiligen wordt gebracht.
God wordt doorons geëerd om de volmaaktheid, de goedheid, de macht, die Hij uit en door zichzelf bezit, die Hij van niemand heeft ontvangen en waarvoor Hij niemand behoeft te danken; en aan God vragen wij allerlei dingen, die Hij ons uit zichzelf en door eigen macht kan geven. Maar de heiligen vereren wij alleen om de volmaaktheid en goedheid, die zij van God, door de werking van Gods genade, hebben gekregen, die zij uit eigen kracht nooit hadden kunnen bereiken en waarvoor zij God samen met ons danken; en die volmaaktheid is dan ook niet te vergelijken met Gods volmaaktheid. Van de heiligen vragen wij ook niet zozeer hulp en steun als wel voorspraak bij God: zij moeten God vragen, dat Hij ons zal helpen. Dit komt o.a. heel goed uit in onze litanieën: richten wij die tot God, dan bidden wij: "ontferm U over ons"; richten wij die tot heiligen, dan vragen wij: "bid voor ons."
Wij plaatsen de heiligen dus niet naast God; onze heiligenverering doet niet tekort aan onze Godsverering. Integendeel! Door de heiligen te vereren, eren wij God in Zijn schoonste en meest verheven werk: in een ziel, die door Zijn genade geheiligd is. Wij zeggen ook wel in het Gloria: "Gij alleen zijt heilig." Maar daarmee willen wij zeggen, dat God alleen uit Zichzelf heilig is; en dat geen mens, hoe heilig en volmaakt hij ook mag schijnen in het oog van andere mensen, werkelijk heilig genoemd mag worden, zolang hij niet door Gods eigen inwerking gereinigd en gezuiverd is. Maar de heiligen in de hemel zijn eerst, op aarde of in het vagevuur, van alle smetten gelouterd.
We moeten echter hierop letten: gelovige protestanten nemen niet aan, dat de mensen door de genade werkelijk van hun zonden worden gereinigd; de zonden worden volgens hen alleen bedekt en blijven bestaan. Daarom o.a. willen zij niet horen van heiligen en heiligenverering. Maar St. Paulus noemt zijn medechristenen in de aanhef van zijn brieven dikwijls: "de heiligen"; die was dus niet bang om dit woord te gebruiken!

Uit: de meest gemaakte moeilijkheden, door Prof. Felix Otten O.P. en Dr. C.F. Pauwels O.P.